La solidaridad es bella (op stap met Pastora)
Door: eric gijssen
19 Juni 2005 | Nicaragua, Mateare
En dan is er tenslotte ‘el huricán’. De orkaan Mitch richtte in 1998 een enorme ravage aan in Nicaragua, met duizenden doden als gevolg. Sindsdien spreken veel mensen ook van de periode vóór en ná Mitch.
Met Pastora Ortega (geen familie van, maar toch een overtuigde Sandiniste) bezoek ik vandaag Mateare. Een klein stadje langs de snelweg naar Leon-Viejo, ongeveer 20 km buiten Managua. Een deel van de bevolking woonde in een wijk direct aan het Meer van Managua, toen in November 1998 de regen met bakken uit de lucht kwam vallen. De hele wijk werd weggespoeld en de overlevenden werden ondergebracht in een nieuwe wijk, hogergelegen tegen de heuvels.
Pastora kende Mataere al uit de tijd van de Sandinistische revolutie, toen zij hier met haar organisatie SERPAJ kwam alfabetiseren en activiteiten organiseerde met vrouwengroepen. In 1998 keerde zij er terug en hielp SERPAJ (een mensenrechtenorganisatie voor vrede en gerechtigheid) met de aankoop van stukken grond en de bouw van een 30-tal woningen. De stukken grond waren redelijk groot per familie, zodat er ook rekening gehouden kon worden met de samenstelling van de families. Indien er zowel zonen als dochters waren, werden zoveel mogelijk 3 slaapkamers gemaakt: één voor de meisjes, één voor de jongens en één voor de ouders. Om incest en sexueel geweld tegen te gaan.
De huisjes staan er nu, netjes op een rij (op z’n Hollands: lekker uniform gebouwd, niks geen Belgische wanorde). Ieder heeft zijn voor en achtertuintje, een WC (latrina seca, geen water nodig)… maar inmiddels hebben een aantal families hun huisje alweer verkocht en zijn ze terugverhuisd naar hun oude stek aan het meer.
Het is frustrerend om te zien, maar tegelijkertijd begrijpelijk. Veel mensen kunnen het geld accuut gebruiken. Bovendien is er nog steeds, 6 jaar na Mitch, geen stromend water in de buurt. Electriciteit is er wel, maar voor veel mensen een luxe die hen minstens 300 cordobas per maand kost. Het water moet gehaald worden bij een put een eind verderop. Dit is overigens ook tegen betaling. Het vraagt dus enige motivatie om hier te blijven wonen.
We ontmoeten er een jonge vrouw, moeder van een dochtertje van 8 en nu 4 maanden zwanger. Ze woont hier graag, maar de afwezigheid van het water weegt haar zwaar. Pastora, 68 jaar maar nog altijd even strijdbaar, wil direct een afspraak maken met de burgemeester, om hem aan te manen hier iets aan te doen. De nieuwe burgemeester is een Sandinist, dus dat maakt de kans van slagen in haar ogen al groter.
Ondertussen werkt het meisje in een Zona Franca, bij ‘los Chinos’. Deze kledingfabrieken of ‘maquillas’ zijn vaak het eigendom van Taiwanezen, die geen belastingen betalen in Nicaragua (een Zona Franca is een soort vrijhandelszone) en evenmin vakbonden dulden.
Ze werkt 6 dagen per week, soms 8 uur, soms 10 of 12. Indien ze 12 uur werkt, krijgt ze er maar 10 uitbetaald. Op zaterdag werkt ze 9 uur, maar krijgt er maar 5 uitbetaald. Onlangs werd er een vakbond opgericht in deze ‘maquilla’, maar de betrokkenen werden direct ontslagen.
Een beetje bescherming is er wel: de werkgever draagt werkgeverslasten af, waardoor de werkneemsters (mannen worden er minder aangenomen, ze zijn te opstandig) op hun 35e met pensioen kunnen ! Dit pensioen stelt uiteraard weinig voor, maar samen met een vertrekpremie, kunnen de werkneemsters niet meer zeggen dat ze ‘zomaar’ op straat zijn gezet. Zwangerschapsverlof is ook mogelijk: gedurende 2 maanden na de geboorte van het kind. De werkgever betaald de helft van het salaris door, de overheid de andere helft. En de werkneemster heeft de garantie dat ze na die 2 maanden weer kan terugkeren.
Hoewel ze niet meer zo jong is, blijft Pastora doorgaan met haar solidariteitswerk. ‘La solidaridad es bella’, is haar motto. Solidariteit is iets moois. En haar bevlogenheid komt geheel voort uit haar geloof , stevig geworteld in de basiskerk.
Terwijl een groot deel van haar familie haar de rug toekeerde vanwege haar Sandinistische overtuiging, en bijna al haar dochters inmiddels lid zijn geworden van evangelische kerken, zegt zij mij: "Ik bid tot God dat ik nooit iets anders zal zijn dan katholiek". Haar dochters mogen doen wat ze willen, maar zij begrijpt niet dat mensen zich zo richten op het hiernamaals, hun geloof loskoppelen van de dagelijkse strijd en zelfs vijandig staan tegenover andere geloofsgemeenschappen.
"A mi me gusta el oecumenismo". Ik – als product van (katholieke) scholen, waar de godsdienstlessen doordrongen waren van sociale bewogenheid en oecumene, het Dominicus College en meneer Brattinga in Nijmegen voorop – kan dit enkel bijtreden. "Es muy lindo compartir, dialogar, platicar"… mensen ontmoeten, dingen met elkaar delen, gesprekken voeren… dat is voor Pastora de kern van haar leven en van haar geloof. Samen heb je de kracht om te strijden tegen de misstanden om ons heen, of de inspiratie op te proberen als mens ‘minder zondig’ te zijn.
Pastora weet dat ze geen heilige is, maar haar hoef je niet bang te maken met de dreiging van de hel. "De hel", zegt ze, "is wat we nu meemaken in Nicaragua." De armoede, de gevolgen van het neo-liberalisme, de rotzooi die de huidige president Enrique Bolaños maakt van zijn land…
Ze schreef het mij al vorig jaar in een gedicht: "El desastre de Bolaños me grita"… de ramp die Bolaños heet, schreeuwt haar toe. Maar ze hoort ook kreten van hoop: de kracht van de armen… "La fuerza de los pobres me grita".
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley