El Repliegue
Door: eric gijssen
26 Juni 2005 | Nicaragua, Masaya
Eigenlijk begon El Repliegue al in 1977, aldus een korte geschiedenisles gegeven vanaf het grote podium, door één van de deelnemers uit 1978. Somoza liet Managua regelmatig bombarderen en de guerilleros en wijkbewoners sloegen dan op de vlucht.
Op 9 juni 1978 begon Somoza met een nieuwe reeks bombardementen. Maar het verzet besloot niet te vluchten. Gedurende 17 dagen hielden ze stand in de oostelijke wijken van Managua, die inmiddels zonder electriciteit en water waren gezet. Maar in de nacht van 26 juni 1978 besloten de guerilleros om zich toch terug te trekken richting het reeds bevrijde Masaya. Een tactische zet, om iedereen de kans te geven om op adem te komen, te herstellen van verwondingen…
De tocht zelf voltrok zich volgens militaire technieken, maar in gezelschap van vele Managuanen die zich aan de zijde van de strijders terugtrokken. Ondertussen werden ze vanuit de lucht beschoten en gebombardeerd door de luchtmacht van Somoza.
Onze tocht van gisteren was dus wel een beetje anders, met vele vlaggen en muziek. Hoewel we toch ook werden afgemat door de hete zon en de vele speeches voor vertrek: we zijn pas begonnen met wandelen na twee uur stilstaan in de brandende zon. Waarschijnlijk ook een taktiek om de inleving wat te vergroten.
Het hoofdprogramma bestond uit een speech van Daniel Ortega, welbespraakt zoals Fidel Castro, maar hij kan het in een half uur. En nog was de speech een beetje langdradig, maar zeer educatief. Ik realiseer me dat het voor de vele jongeren op het plein wellicht goed is dat hij de historische betekenis van El Repliegue Táctico a Masaya uiteenzet. Maar ook: de betekenis voor vandaag. Hij spreekt over de tiranie van Somoza en over de tiranie van vandaag: de tiranie van de armoede, het gebrek aan werk, het gebrek aan gezondheidszorg, aan onderwijs, de tiranie het (neo-)imperialisme…
Hij geeft een uitgebreide uiteenzetting van de huidige politieke crisis, van de beloften die President Bolaños heeft gedaan, maar niet nakomt… maar ook van de inzet van de Sandinisten en de manier waarop zij het politieke systeem willen democratiseren.
"Nicaragua staat momenteel op de 116e plaats op de lijst van ontwikkelde landen", meldt Ortega ons. Daarmee staat het land op gelijke hoogte met Haïti. Toen de Sandinisten in 1990 de macht hebben overgedragen aan de regering van Violeta Chamorro, stond Nicaragua op de 60e plaats. En dat ondanks 10 jaar burgeroorlog en Amerikaanse interventie, waardoor Nicaragua veel geld aan defensie heeft moeten uitgeven.
De cijfers komen van de VN, en er is weinig tegen in te brengen. Het zou de Nicaraguanen dan ook aan het denken moeten zetten.
Ortega richt zich direct tot de families met anti-sandinistische gevoelens. "Dat de kinderen uit die families aan hun ouders vragen hoeveel ze hebben moeten betalen om naar school te gaan, naar de lagere school, naar de middelbare school, naar de universiteit" (het is namelijk deze generatie ouders die gedurende de sandinistische regeerperiode gratis onderwijs genoot, en nooit gingen zoveel jongeren naar de (gratis) universiteit als in de jaren 80)
"Dat de kinderen uit die families aan hun ouders vragen hoeveel ze hebben moeten betalen om naar het ziekenhuis te gaan, voor een doktersbezoek, voor hun medicijnen…"
Het publiek is er in ieder geval al van overtuigd: hier staat de volgende president van Nicaragua! En in die verkiezingsroes vertrekken we. De massa laat zich meevoeren met de groep rond Ortega.
En ik laat me meeslepen om verschillende foto’s van hem te nemen. Jullie kunnen zien hoe dicht ik met ‘onze held’ heb meegewandeld. (’El Caudillo’, zegt Martha als ze de foto’s bij thuiskomst ziet)
De personencultus is totaal: geregeld stopt de stoet, slaat Ortega een praatje, omhelst een oude dame… de Sandinistische jongeren in witte T-shirts vormen een cordon rond hem, maar zeer losjes. Wanneer het donker wordt, nemen steviger mannen in zwarte T-shirts hun plaats in. Je weet maar nooit in dit zotte land.
Na elke pauze in het parcours volgt er een stukje marathon: joggen met Daniel. Hij verkeert duidelijk niet in de beste gezondheid, maar legt het hele traject te voet en rennend af: en het publiek vindt het fantastisch.
En ook ik ga ¡Adelante met Daniel!, zo dicht al dat ik in de besmettelijke zone kom en waarschijnlijk nu voor de rest van mijn leven als ‘Danielista’ gebrandmerkt sta.
Maar de belangrijkste vraag blijft: halen we Masaya? De eerste kilometers gaan dwars door de volkswijken van Managua. De familie van Richard Loza verlaat ons daar, zij keren huiswaarts. Richard’s oom Theodoro zijn we dan al lang kwijt, hij heeft een vliegende start genomen. Yolanda en Luis-Alberto moeten ook ergens in de massa zijn: maar ik heb hen niet gezien.
We gaan dus verder op stap met: Orvaldo, Jacqueline (neef en nicht van Richard) en hun vriendin Yamileth + Jimmy (één van de acteurs uit de film die we hier samen draaiden) + ikzelf. Wanneer we Managua verlaten en Carretera Masaya betreden, keren ook vele mensen om, en vervolg ik mijn weg enkel nog met Jimmy + duizenden anderen: te voet, met paard en wagen, op de fiets, motor en jammer genoeg ook steeds meer auto’s. Halfweg wandel ik opeens naast Theodoro: en zo zal ik dan toch nog met een familielid van Richard Masaya bereiken. Opeens wordt ik geroepen vanuit een taxi: het zijn Yolanda en haar kleinzoon Luis-Alberto. Hij is nog geen 6 jaar oud maar wilde persé meedoen. Hij heeft de eerste 11 km te voet afgelegd, maar dan bood de taxichauffeur hen een plaatsje aan in hun taxi.
Theodoro, Jimmy en ik volharden te voet. Maar het wordt zwaar en soms ook al te rommelig, in het donker, met de vele auto’s en af en toe ook dronkemansruzies. Theodoro – ook niet meer de jongste – vindt voor ons een plaatsje in een bus, dus de eerlijkheid gebiedt te zeggen: ik heb niet het hele traject te voet afgelegd. We zijn op de bus gestapt iets voorbij kilometerpaal 21.
Deze bus brengt ons tot aan Masaya, waar we de laatste kilometers richting centrum weer te voet zullen afleggen.
En alles heeft zo moeten zijn, want wie stapt er één kilometer verder op diezelfde bus (terwijl er in de stoet massa’s bussen meerijden)?: Humberto en zijn vriendin Indiana. Humberto is de beste vriend van Richard, ze vochten als tiener zij aan zij in de bergen, tijdens hun dienstplicht, om de sandinistische revolutie te verdedigen tegen de contrarebellen. De zetels in de bus geven ons de kans om nog eens uitgebreid de revolutie en de huidige politieke toestand te bespreken.
Met vijf bereiken we dus Masaya, en de rest van het verhaal laat ik vertellen door de foto’s:
-
26 Juni 2005 - 21:00
Wouter:
Dag Eric,
Wat een spannend dagboek; heb het nu pas voor het eerst in zijn geheel gelezen en ben benieuwd hoe het verder gaat.
Een heel goed idee om het persoonlijke en het politieke in je verslag met elkaar te verbinden. Wat niet lukt in krantenberichten of met hoogstpersoonlijke vakantiefoto's lukt nu ineens wel: dat je als buitenstaander in het verhaal komt en af en toe "grip" krijgt op wat zich afspeelt op een andere plaats dan de jouwe.
Aangestoken door de goede werken van de charismatische christenen heb ik je fotocapaciteit iets uitgebreid. Ben zelf net terug van een priesterwijding -een goede vriend van mij is zaterdag priester geworden in Nantes, Frankrijk- dus zat toch al in dezelfde sfeer.
Heel veel groeten uit Amsterdam,
Wouter -
01 Augustus 2005 - 16:45
Eric:
een kort verhaaltje over Luis-Alberto: een aantal jaren geleden zong hij alle liederen uit de zondagsmis, maar dit jaar zingt hij vooral Sandinistische liederen, of de klassieker 'El pueblo unido, jamas sera vencido'.
Oorspronkelijk zong hij het woord voor woord juist, maar nu - een maand later, begin augustus - is zijn versie een beetje veranderd:
Ahora, que el pueblo
descansa en la lucha
con postre, gigante
en manos amistante
in vertaling betekent dat ongeveer:
Nu het volk een moment
pauze neemt in de strijd
met gebak, enorm veel gebak
in vriendschappelijke handen
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley