Gay in Nicaragua – 1
Door: eric gijssen
06 Augustus 2005 | Nicaragua, Managua
Om het niet te lag te maken, zal ik het in 'afleveringen' vertellen. Vandaag wil ik het over Freddy hebben, één van de acteurs uit de film die ik hier met de jongeren draaide. Later zal ik het ook hebben over de organisaties die hier werken, hun visie, de verschillen tussen stad en platteland...
En even een korte mededeling: maandag a.s. heb ik een afspraak met Luis Carrion, in een totaal andere context, die van de nicaraguaanse politiek. Dinsdag of woensdag kunnen jullie dus lezen over mijn ontmoeting met deze Comandante de la Revolucion.
Het verhaal van Freddy (1983-2003)
Freddy Martín Herrera Medina wordt geboren op 12 november 1983 in Managua. Zijn vader werkt er in het leger. De relatie tussen zijn ouders loopt echter al snel stuk en moeder Edit keert met haar zoon terug naar Puerto Cabezas, aan de andere kant van het land, in de Costa Atlantica.
Zijn zus Jessica blijft wel in Managua, vooral onder druk van de oma van vaders kant.
Freddy groeit op in Puerto Cabezas, hij woont er tot zijn elfde. Dan stuurt zijn moeder hem alsnog naar zijn oma (en vader) in Managua. In de ene versie van het verhaal is er sprake van sexueel misbruik door een oom in Puerto. In een andere versie verhuist Freddy naar Managua op vraag van de oma (omdat hij daar meer kansen zou hebben).
Hoe dan ook, Freddy spreekt geen woord spaans, enkel miskito, en moet hier op zijn elfde naar de eerste klas van de lagere school. En hij noemt zichzelf in die tijd ‘malcriado’ (slechtgemanierd, lastig, brutaal…)
Bovendien is de situatie thuis in Managua erg moeilijk, zijn vader is alcoholist.
Het gaat al snel fout en Freddy loopt weg van huis. Hij belandt op straat en komt uiteindelijk terecht in het project Quincho Barrilete. Daar leer ik hem kennen in 1998. Een enigszins timide jongen, soms erg speels. In Quincho brengt hij ook liever tijd door met de jongere kinderen of in de keuken bij Doña Aura (de kokkin). Hij helpt haar, doet de afwas, maakt de keuken schoon… in ruil voor ‘la raspa del arroz’: hij mag de rijstpan leegschrapen en de aangekoekte rijst opeten (hij is er dol op).
Freddy is een dromer, soms enigszins theatraal. En hoewel hij niet nichterig is, heeft hij toch zijn maniertjes. Al snel noemt iedereen hem ‘cochón’… wat zoveel betekent als ‘flikker’ of ‘pédé’.
Hij trekt er zich niet veel van aan.
In 1999 – hij is dan 15 jaar oud – besluit de leiding van Quincho dat Freddy wel erg groot wordt voor het project. De bedoeling is dat hij weer bij zijn moeder gaat wonen in Bilwi (Puerto Cabezas). Een opvoeder van Quincho brengt hem daar naartoe, per vrachtwagen en bus. De opvoeder vertrekt de volgende dag weer naar Managua, veel opvolging is er niet. De caraïbische kust van Nicaragua is erg geïsoleerd van de rest van het land. Het contact met de moeder verloopt via een radioverbinding.
In juni 1999 heb ik Freddy in Puerto Cabezas bezocht, hij is dan een maand terug thuis. Ik arriveer met de bus vanuit Waspam (Rio Coco) en de eerste persoon die ik in het Parque Central aantref, is Freddy : met rugzak en al. Hij blijkt de avond voordien weggelopen te zijn van huis. Gekibbel met zijn jongere zus Añelga zou de aanleiding zijn.
Mijn komst naar Puerto Cabezas is louter toevallig, maar Freddy denkt dat zijn moeder de avond voordien Mayela (Quincho) heeft gecontacteerd en dat Mayela mij als een soort spoeddienst op pad heeft gestuurd.
Freddy keert weer terug naar huis, maar ongeveer een jaar later ontvang ik in Belgïe een brief, van zijn moeder (maar geschreven door Freddy zelf) : Freddy werkt in een bar, vaak tot 2 uur ‘s-nachts, en heeft regelmatig problemen met jongeren die hem buiten opwachten. Hij wil weer terug naar Managua.
Dat gebeurt ook, hij vertrekt naar zijn oma. Maar eenmaal in Managua gaat hij rechtstreeks naar het park van de Mercado Huembes. Hij wordt van de straat geplukt door de mensen van Casa Alianza (een project dat ook met de oudere jongeren en jong-volwassenen werkt). Hij verblijft er een tijd en gaat dan alsnog naar het huis van zijn oma. Ditmaal is er wel intensieve begeleiding vanuit Casa Alianza.
Wanneer ik in 2001 naar Nicaragua kom om er met de jongeren een film te draaien, woont Freddy bij zijn oma en gaat hij naar school. Al is het met de nodige tegenzin : de school is saai en hij maakt liever theater.
Een jaar later loopt het opnieuw fout en verlaat Freddy zijn huis en zijn school : hij leeft weer op straat, in het park van Ciudad Jardin.
Daar woont hij ruim een jaar. In de nacht van 5 op 6 september pleegt Freddy daar zelfmoord : hij hangt zichzelf op met een stuk touw van een hangmat.
Dit is zijn verhaal in het kort, en ik besef dat het nogal cru overkomt.
Wanneer ik eind 2003 in Nicaragua ben, is het eerste dat alle jongeren mij vragen : ¿Te das cuenta que se murió Freddy? Se ahorcó. (Heb je gehoord dat Freddy gestorven is? Hij heeft zichzelf opgehangen).
De jongeren in het park van Ciudad Jardin zijn zwaar onder de indruk. Hun verklaring is zeer summier : ‘supuestamente porque era gay’ (het schijnt dat hij het deed omdat hij homo was), of nog straffer : ‘supuestamente porque se hizo gay’ (het schijnt dat hij het deed omdat hij homo was geworden). Er is een verhaal over liefdesverdriet, een relatie met een jongen uit het park, die echter niet zou trouw bleef aan Freddy.
De dood van Freddy heeft mij erg aan het denken gezet. Bovendien heeft een andere jongen, in hetzelfde park, zich een jaar later ook opgehangen. Ook deze jongen, Edwin, was homo.
Ik besef opeens dat ik hier in Nicaragua maar weinig homo’s en lesbiennes ken. En diegenen die ik ken, zijn erg gemarginaliseerd, leven in de armste buurten van Managua en zijn vaak erg extreem : travestieten en transsexuelen, zeer opvallende figuren, soms bijna karikaturaal. En toch worden zij in deze buurten getolereerd, worden zij niet gelynchet. Het lijkt wel alsof de Nicaraguanen enkel homo’s tolereren, wanneer zij voldoen aan het clichébeeld, wanneer zij zich verkleden als vrouw, zich verwijfd gedragen en in niets lijken op de macho-mannen.
De lesbiennes zijn totaal onzichtbaar. Wat goed mogelijk is, er zijn vele gezinnen die worden gerund door vrouwen, waar de mannen totaal afwezig zijn.
Ik vroeg mij af in hoeverre een jongen of meisje hier zijn of haar eigen identiteit kan zoeken, zichzelf kan zijn… of in hoeverre ze een rol gaan spelen die anderen hen opleggen.
Ik heb Freddy niet meer meegemaakt in dat laatste jaar in Ciudad Jardin. En ik herken hem niet echt in de verhalen die ik over hem hoor. Ook hij maakte zich op, hulde zich in vrouwenkleren… ik herinner mij een moment tijdens de filmopnamen waarin alle meisjes zich aan het opmaken waren. De jongens gingen ook aan de haal met lippenstift en make-up en al snel was iedereen geschminkt… behalve Freddy, hij keek toe. Psychologen zullen dat op allerlei verschillende manieren kunnen uitleggen (en ze mogen hun gang gaan), maar ik had niet het gevoel dat hij het ook graag wilde maar niet durfde.
Velen verklaren homoparades met travestieten en pluimen als een provocatie : homo’s die hun plaats opeisen en tegen de gevestigde orde aanschoppen. Maar hier in Nicaragua heb ik soms het gevoel dat er iets anders speelt :
De mensen hier gooien alles door elkaar… homo’s, travestieten, transsexuelen, prostitutie. Een homo is geen man, maar een vrouw, dus zwak, minderwaardig, te onderdrukken, zonder rechten. Vrouwen en homo’s die dat netjes ondergaan, worden getolereerd. En ik heb hier homo’s meegemaakt die zich diezelfde ideeën hebben eigengemaakt. In Puerto Cabezas zien ze het als een overwinning als een homo zich als vrouw durft te verkleden. Wie dat niet doet, is nog niet helemaal uit de kast.
Ik besef dat ik mij hier op glad ijs begeef, want ik wil geenzins beweren dat travestieten en verwijfde homo’s slechte vertegenwoordigers zijn voor de homo-emancipatie. Maar iedereen is anders, of zoals de slogan van Puntos de Encuentro luidt :
SOMOS DIFERENTES, SOMOS IGUALES. We zijn allemaal anders, we zijn allemaal gelijk.
Misschien was het voor Freddy in die harde wereld van het straatleven, gemakkelijker om uiteindelijk de rol te gaan spelen die iedereen hem altijd al gaf : el ‘cochón’.
De rol die zijn familie en omgeving in dit hele verhaal hebben gespeeld, is zeer complex en ik wil ook niet alle details bekend maken. Maar er was zowel afwijzing als bevestiging. Zijn vader beklaagde zich ooit over de projecten, waar ze van de jongens ‘mujeres’ (vrouwen) maken : ze afwassen, strijken, wassen, koken…
Freddy’s moeder had officieel geen weet van zijn homosexualiteit, maar ze staat er in ieder geval niet afwijzend tegenover en van Freddy’s 3 halfbroers zijn er 2 homosexueel.
Vandaag heb ik gefilmd met twee vrienden van Freddy – Lenin en Rolando - beiden homo en allebei leven ze in het park van Ciudad Jardin. Ze voelen zich er OK, kunnen er zichzelf zijn. De andere jongeren noemen hen wel ‘mujer’ en ‘cochón’, maar accepteren hen ook, verdedigen hen zelfs.
Één van de jongeren – die wel duidelijk wil stellen dat hij geen homo is – omschrijft Lenin als zijn vriend. Een echte vriend is oprecht en betrouwbaar, en dat is Lenin. Bovendien is hij een werker, helpt hij mensen rondom het park, hij zorgt voor zichzelf en de mensen rondom hem.
En zijn homo’s mannen ? De meningen zijn even verdeeld. Ze zijn in ieder geval geboren als man, hebben ook een ‘verga’ (om het vulgair te stellen : een pik)… dus : ja. Het zijn in ieder geval geen vrouwen, zoals ze vaak genoemd worden (trouwens : veel homo’s spreken elkaar ook onderling aan met ‘meisjes’ of ‘vrouwen’).
Het zijn mannen – is uiteindelijk de unanieme mening – die net zoveel waard zijn als eender wie, net zoveel bijbrengen aan de maatschappij… en wat hun sexuele geaardheid betreft : dat is iets tussen hen en God en Jezus. Uiteindelijk zal alles goed komen : ze vertrouwen erop dat God hun twee vrienden wel zal genezen. Dat ze een gezin gaan stichten, met hun echtgenote… kindertjes kopen… "Maar misschien willen we dat wel helemaal niet !", roept Lenin.
(foto's heb ik dezer dagen maar weinig: ik ben namelijk aan het filmen. En bij gebrek aan Photoshop kan ik deze beelden niet omzetten naar JPEG-afbeeldingen, zoals vereist voor deze website. Wellicht later, wellicht pas bij mijn terugkomst in België. De beelden zijn in ieder geval indrukwekkend (om jullie alvast warm te maken), vooral van de chaotische processie van Santo Domingo)
-
16 Augustus 2005 - 10:56
Petra:
Ik herinner mij Freddy goed in de periode ,98.
Hij was inderdaad een dromer, wat een triest eind voor hem.
DE SAM stedenband Amsterdam-Managua zet zich volgens mij ook in voor belangenbehartiging van homosexuelen in Managua
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley